Mobiliteit is een vitaal onderdeel van onze samenleving. Treinen, auto’s, vliegtuigen en bussen zorgen ervoor dat miljoenen mensen dagelijks op hun bestemming komen. Maar die mobiliteit staat onder steeds grotere druk. Volgens Bart Groot, Sales Consultant Mobiliteit bij INTER, speelt de control room een sleutelrol in het behouden van overzicht, veiligheid en continuïteit. Mits deze klaar is voor de uitdagingen van morgen.
Wat de mobiliteitsmarkt volgens Bart zo bijzonder maakt, is hoe tastbaar zijn werk is. “Je werkt voor organisaties die iedereen kent en gebruikt. Dat maakt het concreet. Je ziet letterlijk het resultaat van je werk terug in het dagelijks leven van mensen,” vertelt hij. “Als ik door de Gaasperdammertunnel rijd, vind ik het mooi om te weten dat ik in de gaten wordt gehouden vanaf een werkplek die wij hebben geleverd. Dat geeft zo’n direct gevoel van impact.’’
Toch kent diezelfde wereld ook kwetsbare momenten. “Tijdens de coronacrisis had ik een afspraak bij een relatie op Schiphol. Normaal is het daar zoeken naar een parkeerplek, maar toen stond mijn auto helemaal alleen op een lege parkeerplaats. Het contrast was bizar. Het liet zien hoe hard alles stil kon vallen.” Juist dat besef onderstreept volgens hem hoe belangrijk het is dat mobiliteitsorganisaties goed voorbereid zijn op verstoringen, crisissen en snel veranderende omstandigheden.
Toenemende druk op processen en veiligheid
De mobiliteitsketen is overbelast. “Wegen zitten vol, luchthavens raken aan hun limiet en er is een structureel tekort aan personeel. Organisaties moeten steeds vaker met dezelfde mensen méér werk verzetten. Dat zet druk op processen, en vraagt om slimmere inrichting van control rooms.”
Daar komt nog een ander aspect bij: veiligheid. “Onze klanten signaleren steeds vaker agressie in het openbaar vervoer. Daarnaast neemt de dreiging van cyberaanvallen toe. Zeker in een sector met veel kritieke infrastructuur zijn dat serieuze risico’s.” Dit betekent dat control rooms niet alleen betrouwbaar, maar ook flexibel en weerbaar moeten zijn. Zowel fysiek als digitaal.
Kennis verdwijnt, de vraag naar partners groeit
Bart ziet een duidelijke trend in de markt: “Veel organisaties hadden vroeger intern mensen die wisten hoe je een control room moest bouwen en beheren. Die kennis verdwijnt langzaam. Daardoor neemt de vraag naar gespecialiseerde partners toe.” INTER wordt steeds vaker gevraagd om niet alleen technologie te leveren, maar ook om strategisch mee te denken over ontwerp en inrichting.
Volgens hem begint dat altijd bij het begrijpen van het primaire proces. “Het gaat er niet om wat je installeert, maar voor wie. De operator moet centraal staan. Het is zijn of haar gereedschap. Als het niet intuïtief werkt, ben je iets aan het bouwen wat uiteindelijk niet gaat functioneren.”
Samenwerken op ketenniveau
Een andere opvallende ontwikkeling is dat mobiliteitsorganisaties steeds meer integraal gaan samenwerken. “Je ziet dat OV-bedrijven nadenken over hoe ze processen beter op elkaar kunnen afstemmen. Hoe zorgen we dat een trein beter aansluit op vliegschema’s? Hoe delen we informatie sneller bij verstoringen?”
De control room wordt daarin steeds meer een verbindende factor. “Als systemen en mensen beter samenwerken, kun je veel eerder anticiperen. Maar daarvoor moet je wel systemen hebben die met elkaar kunnen praten, en mensen die elkaar weten te vinden.”
Redenen voor vernieuwing: van onderhoud tot urgentie
Organisaties vernieuwen hun control room vaak niet vanuit ambitie, maar uit noodzaak. “Techniek veroudert. Systemen sluiten niet meer aan op de eisen van nu, laat staan op die van morgen. Dan merk je dat informatievoorziening hapert of dat processen stroperig verlopen.”
Maar er is ook externe druk. “Reizigers verwachten stiptheid, actuele informatie en veiligheid. Daar moet je als mobiliteitsorganisatie op kunnen leveren. Als je control room daarin niet meebeweegt, loop je risico’s, operationeel en reputatie-technisch.”
Vooruitkijken: de control room van morgen
Wat vandaag nog een technisch bediencentrum is, wordt de komende jaren steeds meer een strategisch regiecentrum. Bart ziet daarin een duidelijke richting: “De control room van de toekomst is data gedreven. Operators krijgen steeds meer ondersteuning van AI om trends te herkennen, afwijkingen op te sporen en sneller te reageren.”
Hij benadrukt dat dit nog geen realiteit is voor veel organisaties, maar wel een noodzakelijke ontwikkeling. “Operators zijn nu vooral gericht op operationele sturing. Maar hun rol zal verschuiven naar die van analist, ondersteund door technologie. Dat vereist nieuwe vaardigheden, maar vooral ook een andere inrichting van de control room.”
Van techniek naar partnerschap
Wat voor Bart het verschil maakt, is de manier waarop INTER samenwerkt met haar klanten. “Wij combineren technische expertise met jarenlange ervaring in de mobiliteitssector. Daardoor begrijpen we de specifieke wensen en behoeften van onze klanten, van verkeerscentrales tot luchthavens. We weten dat een control room geen showroom moet zijn, maar een functionele werkomgeving waar mensen onder hoge druk snel en goed moeten kunnen handelen.”
“Je hoeft als organisatie niet alles zelf te weten. Maar je moet wel de juiste vragen stellen. En daarvoor moet je kunnen sparren met iemand die de sector door en door kent. Dáárin maken wij het verschil.
“In een sector die nooit stilstaat, is stilstand in je control room het grootste risico.”