De control room als maatwerkpuzzel: hoe techniek, mensen en processen samenkomen
“Je komt op plekken waar je anders nooit zou komen. Elk project is anders en vraagt weer een nieuwe manier van denken.” Voor Robert van Erdelen, ervaren Solutions Architect bij INTER, is dat precies wat het werken aan control rooms zo boeiend maakt. De combinatie van techniek, menselijke interactie en complexe processen maakt elk ontwerptraject uniek.
Vanuit zijn rol is Robert betrokken bij de eerste klantgesprekken tot het uitdenken van slimme, schaalbare oplossingen. “Wat ik het mooiste vind, is het samenspel tussen klanten en collega’s. Samen puzzelen we tot er een oplossing ligt die technisch klopt en praktisch werkt.” Die balans vinden tussen wat er technisch mogelijk is en wat er in de praktijk nodig is, vormt de essentie van zijn werk.
In dit artikel duiken we dieper in hoe een goede control room tot stand komt, waar de valkuilen liggen en hoe je keuzes maakt die ook over vijf jaar nog relevant zijn.
Van wens naar werkplek: het belang van goed luisteren
Het ontwerpen van een control room begint niet met een technisch schema, maar met aandachtig luisteren. “Eerst wil ik precies weten wat de klant wil bereiken,” zegt Robert. “Daarna inventariseer ik welke bronsystemen er zijn, en hoe die geïntegreerd moeten worden.”
Dat vormt de basis voor het ontwerp van de werkplekken: waar zit welke operator, hoeveel schermen zijn nodig, en hoe wordt informatie het beste gepresenteerd? Of er een videowall gewenst is, komt vaak in die fase aan bod. Maar pas daarna komt de echte diepgang. “Gebruiksgemak is essentieel. We kijken altijd naar de dagelijkse praktijk: wat is functioneel nodig, en hoe kunnen we dat zo eenvoudig mogelijk realiseren?” Op basis van die inzichten kiest hij samen met de klant de juiste techniek, van KVM-systemen tot visuele presentatiemiddelen.
Complexiteit is geen meerwaarde
Toch blijkt in de praktijk dat eenvoud niet altijd vanzelfsprekend is. “Een grote valkuil is dat er te veel tegelijk wordt gevraagd. Organisaties willen vaak dat hun nieuwe control room alles tegelijk kan. Maar die stapeling van wensen kan leiden tot een oplossing die complex, duur en onnodig kwetsbaar wordt.”
Volgens Robert is het daarom cruciaal om de vraag achter de vraag te analyseren. Wat is nu echt de kern van het probleem dat opgelost moet worden? “Als je dat scherp hebt, kun je vaak veel vereenvoudigen. En dat leidt uiteindelijk tot een robuustere en veiligere oplossing.”
Deze denkwijze wordt steeds belangrijker in het licht van de toegenomen aandacht voor cybersecurity. Hoe meer componenten en koppelingen een systeem bevat, hoe groter immers de kans op kwetsbaarheden. Slimme keuzes in de ontwerpfase maken het verschil tussen een toekomstbestendige oplossing en een technisch risico.
Toekomstbestendig ontwerpen vraagt om marktkennis en visie
Control rooms worden vaak ingericht voor de lange termijn. Dat betekent dat de keuzes die je vandaag maakt, over vijf of tien jaar nog relevant moeten zijn. Juist daarom is toekomstgericht advies volgens Robert geen luxe, maar noodzaak. “Door mijn jarenlange ervaring binnen INTER weet ik goed hoe de markt beweegt en welke leveranciers daarin een rol spelen.”
INTER houdt de vinger aan de pols door regelmatige trainingen bij partners en het bezoeken van vakbeurzen. Zo blijft de kennis actueel en kunnen oplossingen niet alleen met de techniek van vandaag worden gebouwd, maar ook met het oog op de eisen van morgen. Denk aan de doorontwikkeling van KVM-systemen, de integratie van AI of de opkomst van nieuwe standaarden in cybersecurity.
Het resultaat? Een infrastructuur die wendbaar is, schaalbaar en voorbereid op toekomstige technologische ontwikkelingen zonder dat deze telkens opnieuw ontworpen hoeft te worden.
Elk werkveld vraagt om maatwerk
Hoewel de technische basis van een control room vaak overeenkomt, verschilt de invulling ervan per organisatie. Volgens Robert zit dat vooral in het gebruik en de cultuur: “Je ziet per sector andere gebruikersscenario’s ontstaan. Die vragen soms om net een andere benadering of accenten in het ontwerp.”
Het draait dan ook niet alleen om de techniek zelf, maar om de manier waarop die wordt toegepast in de praktijk. Wat in de ene omgeving logisch en effectief is, kan in een andere context juist verwarring of vertraging veroorzaken. Daarom is het belangrijk om goed aan te sluiten op de functionele vraagstukken van de eindgebruiker. Met die benadering zorgt INTER ervoor dat elk advies past bij de werkpraktijk en operationele doelen van de klant, onafhankelijk van de sector.
KVM als ruggengraat van controle en flexibiliteit
Een essentieel onderdeel van vrijwel elke moderne control room is een KVM-systeem. Daarmee worden verschillende bronsystemen efficiënt ontsloten en beheerd vanaf één of meerdere werkplekken. Welke oplossing het meest geschikt is, hangt volgens Robert sterk af van de functionele eisen, technische specificaties en de securityvraagstukken die spelen. “We bepalen altijd samen met de klant welk KVM-systeem past bij de behoefte. Er is geen standaardoplossing die overal werkt.”
De kracht van een goed gekozen KVM-systeem zit in de balans tussen controle, gebruiksgemak en schaalbaarheid. En juist doordat het systeem zo centraal staat in de infrastructuur, is het cruciaal om veiligheid vanaf de basis mee te nemen.
Security by design: geen stap, maar een standaard
Kwetsbaarheden in technische ontwerpen ontstaan vaak niet door gebrekkige technologie, maar door een gebrek aan aandacht in de ontwerpfase. Robert is daar duidelijk over: “We hebben standaard een focus op security en werken daarin nauw samen met onze security architect.”
Een belangrijk uitgangspunt daarbij is hardening. Dit is het proces waarbij systemen bewust robuuster worden gemaakt tegen aanvallen. Door al in de architectuurfase na te denken over toegangsbeheer, netwerksegmentatie en softwarebeveiliging, wordt de kans op kwetsbaarheden drastisch verkleind. Zo ontstaat niet alleen een functionele, maar ook een veilige control room.
Van reactief naar proactief: de control room van morgen
De toekomst van de control room draait volgens Robert om relevantie en focus. In plaats van een overload aan schermen en informatie, denkt hij dat het ontwerp richting ‘trigger-based interfaces’ verschuift: systemen die alleen meldingen tonen wanneer er iets afwijkt. “De operator krijgt in de toekomst alleen te zien wat op dat moment belangrijk is. Minder schermen, meer rust. En AI zal daar zeker een rol in gaan spelen op termijn.”
In zo’n omgeving wordt de control room steeds meer een intelligent dashboard, waarbij afwijkingen automatisch worden geanalyseerd en gepresenteerd. De rol van de operator verschuift van constante monitoring naar doelgerichte actie.
Elke omgeving vraagt om maatwerk. Wat is er nodig in jouw control room?
Ontdek hoe INTER techniek, processen en mensen samenbrengt in slimme oplossingen.
